Pdf downloaden Pdf downloaden Inworpen zijn kleine maar cruciale momenten in een voetbalwedstrijd: ze bieden een kans om balbezit te houden, te profiteren van een onderschepping of — helaas — balbezit te verliezen. De inworp is dan ook een van de meest fundamentele vaardigheden bij het voetballen. Voeg daarbij het feit dat veel spelers de ontwikkeling van inworpvaardigheden negeren, en je hebt een recept voor een ramp. Maar maak je geen zorgen. Volg deze stappen, en met een beetje oefening kun je gaan ingooien als de profs.
- 1 Pak de bal op met beide handen, één aan elke kant van de bal. Je handen moeten ongeveer gelijk verdeeld zijn — als de bal een klok was, zou je rechterhand op 3. 00 uur staan en je linkerhand op 9. 00 uur. Het kan helpen om ze ook een beetje terug te schuiven, zodat je duimen bijna de achterkant van de bal raken. Dit helpt wat meer hefboomwerking in je worp te leggen.
- Inworpen gebeuren alleen als de hele bal volledig over een van de zijlijnen gaat. Het inwerpen dient daar plaats te vinden waar de bal het speelveld heeft verlaten.
- 2 Plaats je voeten op de plek waar de bal het speelveld heeft verlaten. De regels van het spel staan toe dat een deel van een van beide voeten binnen het speelveld is, zolang een deel van de voet zich daadwerkelijk op de zijlijn of achter de zijlijn bevindt. Het is een mythe dat een werper niet op de zijlijn mag staan.
- Als je wilt gooien vanuit een aanloop, ga dan een paar meter achter de zijlijn staan, zodat je naar de lijn kunt rennen zonder deze helemaal over te steken. Sommige spelers houden hun voeten graag bij elkaar, terwijl anderen één voet naar voren zetten en hun achterste voet naar voren slepen terwijl ze gooien.
- 3 Krom je rug een beetje naar achteren. Veel spelers proberen uitsluitend met hun armen te gooien, maar het grootste deel van de kracht zou uit je rug en schouders moeten komen, evenals de impuls van je aanloop. Beschouw je lichaam als een katapult die naar achteren wordt getrokken — je voeten staan nog steeds stevig op de grond, maar je ruggengraat wordt een aangespannen veer.
- Werk nu eerst alleen maar aan het zover krommen als nog comfortabel aanvoelt. Werk eerst aan de juiste techniek, en gooi de bal dan later verder. Een lichte kromming is genoeg om mee te beginnen.
- 4 Breng de bal omhoog en over je hoofd. Begin met de bal achter je hoofd en gooi hem over je hoofd. Een inworp volgens de regels moet ‘van achteren en over het hoofd bewegen’. Scheidsrechters kunnen hierbij misschien een beetje toegeeflijk zijn om het spel snel te hervatten, maar je moet in ieder geval met de bal boven je hoofd beginnen.
- Het wordt waarschijnlijk als een overtreding beschouwd als je een worp vanaf je voorhoofd begint, of verder naar voren. Dit kan per ongeluk gebeuren bij snelle worpen.
- 5 Laat de bal los met een voorwaartse beweging van de polsen. Breng je armen omhoog en naar voren, zodat je handen en de bal direct over je hoofd heen gaan. Breng tegelijkertijd je gebogen rug naar voren als een veer en (als je werpt met een aanloop) sleep je teen van je achterste voet over de grond. Strek je armen volledig uit en laat de bal vlak achter je hoofd los.
- Vergeet niet om je hoofd rechtop te houden en recht naar voren te kijken, direct na het loslaten van de bal, zodat je de bal niet zomaar op de grond gooit.
- Het loslaatpunt hangt af van hoe ver de worp moet gaan. Voor grote worpen, laat je de bal los als je je hoofd passeert. Voor kortere passen, houd je de bal vast totdat je ongeveer bij je voorhoofd bent.
- Je mag de bal niet met een hand gooien , zoals een keeper.
- 6 Loop het veld op om opnieuw in het spel te komen, maar raak de bal niet aan totdat een andere speler dat wel heeft gedaan. Je mag je eigen inworp niet aanraken totdat een andere speler (van een van beide teams) de bal heeft aangeraakt. Dus ga het veld weer op om de bal in de scoringspositie te brengen.
- Als je per ongeluk de bal naar je tegenstander hebt gegooid (die volgens de regels minstens twee meter van je af moet staan vanaf het punt van de worp), maak het dan goed door te proberen de bal te heroveren. Als je het opzettelijk doet, zorg er dan voor dat het niet op een gewelddadige of gevaarlijke manier gebeurt. Je kunt de bal uitspelen tegen een nietsvermoedende tegenstander met een legale inworp.
- Volg altijd je inworp door terug in het spel te komen en weer een positie te kiezen.
- 7 Herzie de regels om een perfecte, legale inworp te garanderen. De regels voor inwerpen zijn niet super moeilijk, maar je moet er bij elke worp wel rekening mee houden. Zelfs de profs maken soms een fout, maar het blijft gênant als je in een spel de fout in gaat. Een inworp volgens de regels bevat de volgende elementen:
- Je staat gericht naar het speelveld.
- Beide voeten moeten op of achter de zijlijn staan. Zolang een deel van elke voet zich op of achter de zijlijn (van 13 cm) bevindt en de grond raakt op het moment dat de bal wordt gegooid, is de voetpositie toegestaan.
- Je gebruikt twee handen.
- De bal komt van achter en over je hoofd.
- Je mag niet direct scoren vanuit een inworp.
Advertentie
- 1 Werk snel. Een inworp is zelden een geweldige mogelijkheid als aanval, en dit is met reden. Gooi de bal en kom snel terug in het spel.
- 2 Richt je zoveel mogelijk op de voeten van je teamgenoten. Hoe gemakkelijker je het voor je teamgenoten kunt maken om de bal te controleren en te beginnen met bewegen, hoe beter het voor iedereen is. Probeer de bal in de buurt van hun voeten te krijgen, zodat ze de bal als een pass kunnen behandelen. Merk echter op dat er momenten zijn dat je je doel een beetje moet veranderen:
- Als je goed communiceert, is een worp naar je teamgenoten hoofd zodat die hem door kan koppen, een geweldige manier om twee snelle passen naar binnen te krijgen en langs de verdediging te komen.
- Als er veel verkeer is, en je je zorgen maakt dat de bal afgepakt wordt, richt dan op de borst. Je teamgenoot kan zijn lichaam gebruiken om de bal te controleren en te beschermen, en het is een veel groter doelwit om te raken.
- 3 Zet wat kracht in je worpen en behandel ze als een pass. Gooi de bal niet zomaar naar binnen. Dit geeft de verdediging genoeg tijd om te reageren en druk uit te oefenen op de bal, wat over het algemeen betekent dat je teamgenoot al onder vuur ligt voordat de bal er is. Zet een beetje kracht achter je worpen en maak er echt een voorzet van.
- Als je flexibel en comfortabel bent met een handstand voorover, probeer dan een krachtige worp vanuit die beweging.
- 4 Speur het veld af naar spelers die onderweg zijn. Beslissen waar de bal moet worden afgeleverd is de belangrijkste stap. Het kan zijn dat je hiervoor een combinatie hebt afgesproken of dat je gewoon een open speler moet vinden. Als je eenmaal je beslissing hebt genomen, moet je die snel uitvoeren zodat je tegenstander niet kan zien waar je naartoe gaat gooien.
- Het is altijd het beste om een teamgenoot de bal toe te werpen wanneer die aan het bewegen is, in plaats van stilstaat. Beweging zorgt ervoor dat de verdediging reageert — stilstaan maakt hun taak gemakkelijk.
- 5 Doe een worp vanuit een aanloop voor extra afstand. Neem een korte aanloop — slechts 2-4 stappen — om je te helpen de nodige vaart te krijgen om de bal bij de juiste speler te krijgen. Plant de voet van je voorkeur achter de lijn als je begint met je worp. Je achtervoet, die nog steeds impuls heeft, sleept over de grond achter je om ervoor te zorgen dat beide op de grond blijven.
- Je sterke been hoort de voorste te zijn, wat het tegenovergestelde is bij het gooien van een honkbal.
- In het algemeen zal een aanloop langer dan 2-3 stappen niet veel meer kracht toevoegen aan de worp.
- 6 Gooi bij twijfel de bal langs de lijn naar het doel van je tegenstander. Als je geen opties hebt, je team niet beweegt en de scheidsrechter zegt je dat je ‘op moet schieten’, gooi de bal dan naar het doel van je tegenstander. Dit laat de verdediging enkele eenvoudige opties over om de bal op te pakken, en het meest waarschijnlijke resultaat zal een nieuwe inworp zijn, verderop in het veld.
- Zeg je teamgenoten, indien mogelijk, dat ze langs de lijn moeten sprinten terwijl je gooit. Als je de druk op de verdediging snel kunt opvoeren, dan heb je een betere kans om een fout te forceren.
- 7 Gooi de bal nooit direct voor je, of ‘loodrecht ‘ in het veld. Gooi de bal nooit recht naar voren, tenzij er geen verdedigers zijn of druk is (zoals diep in je eigen verdedigingshelft). Denk erover na — een inworp is een hoge, langzame en voorspelbare pass, een die gemakkelijk is af te lezen en af te pakken. Bovendien ontvangt je teamgenoot de bal vanuit de slechtst mogelijke richting — de zijlijn.
- De kans op een fout of, nog erger, een onderschepping, wordt nog vergroot door het feit dat de verdediging die achter de bal aan loopt, recht op je doel af gaat.
Advertentie
- Houd je voeten op de grond. Als je je achterste voet optilt, kan dit als fout bestraft worden door de scheidsrechter.
- Verras je tegenstanders. Misschien wil je de bal gewoon een paar meter verderop afleveren bij een teamgenoot, maar blijven tegenstanders rond die speler hangen. Neem dan een aanloop en doe alsof je de bal ver gaat gooien, of laat het lijken alsof je richting je eigen doel gaat gooien, waarna je de bal naar beneden gooit.
- Zodra je de bal in je handen krijgt, neem je een aanloop, plant je beide voeten op de zijlijn en gooi je de bal. Het is belangrijk om het snel te doen en het andere team te verassen.
- Strategie is erg belangrijk bij de inworp. Als je dicht bij je eigen doel bent, moet je heel voorzichtig zijn met het inwerpen van de bal. Over het algemeen zijn korte, snelle inworpen hierbij minder riskant.
Advertentie.
Wat zijn de spelregels van koersbal?
De bedoeling van het spel is de koersbal (gele of zwarte bal) zo dicht mogelijk bij de jack (kleine witte bal) te rollen. De bowl is niet helemaal rond waardoor deze bij het afremmen een curve (bocht) maakt. De mat is verdeeld in een aantal vakken en er wordt in twee richtingen over gespeeld.
Hoe ziet een koersbal eruit?
Wat is koersbal? – Koersbal is een balspel dat lijkt op jeu-de-boules met grotere ballen met een afwijking naar links of rechts. De speler moet bedenken welke koers zijn bal zal gaan om zo dicht mogelijk bij de ‘jack’ (het doel) te komen. Koersbal wordt meestal binnen gespeeld op een mat van 8 x 2 meter, waarbij twee teams van twee personen het tegen elkaar opnemen.