Het aantal sporters en de sportfrequentie is na een flinke stijging tussen 2013 en 2017 gestabiliseerd. Nederland sportte in 2019 gemiddeld 9,0 keer per maand. In 2019 waren 4. 270. 000 leden lid bij één of meerdere bij NOC*NSF aangesloten sportbonden.
Hoe vaak sport de gemiddelde Nederlander per week?
Ruim de helft van de Nederlanders sport wekelijks* In 2021 deed 54% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Het percentage wekelijkse sportdeelname voor Nederlanders van 12 jaar en ouder is relatief stabiel over de tijd.
Hoe sportief is Nederland?
- feiten en cijfers
- Geactualiseerd: 6-02-2020
- Publicatiedatum: 25-10-2018
- 2 min
Hoe sportief is Nederland in vergelijking met de andere Europese landen? Héél sportief! Het percentage inwoners dat lid is van een sportvereniging is het hoogst in ons land, en met een percentage van 80% van de Nederlanders die wekelijks recreatief beweegt liggen we ook heel hoog. Maar ook het aantal uren dat we zittend doorbrengen is best hoog… Vier op de vijf Nederlanders (80%) bewegen wekelijks recreatief (niet sportgerelateerd). Nederland is daarmee één van de beweegkoplopers in Europa, waar het gemiddelde beweegcijfer (44%) een stuk lager ligt.
Met meer dan de helft (56%) van de Nederlanders die wekelijks sport, scoort Nederland ook in die ranglijst hoger dan het EU-gemiddelde (40%). Dit alles blijkt uit een factsheet van het Mulier Instituut, dat een analyse deed van de Special Eurobarometer – sport and physical activity (2009, 2013 en 2017) , een onderzoek onder ruim 28.
000 Europeanen uit 28 (in 2009: 27) landen van de Europese Unie. Andere belangrijke bevindingen zijn:
- Eén op de drie Nederlanders (27%) is lid van een sportvereniging. Dat is het hoogste percentage in de EU (EU-gemiddelde: 12%).
- Twee derde (69%) van de Nederlanders vindt dat de overheid voldoende doet om fysieke activiteit te bevorderen (EU-gemiddelde: 49%).
- Van alle EU-inwoners is de Nederlander, net als in 2013, het meest tevreden met de mogelijkheden die de woonomgeving (94% vs. 74% EU) en de lokale sportaanbieders (94% vs 73% EU) bieden om fysiek actief te zijn.
- Plezier is voor Nederlanders het belangrijkste motief om te sporten en bewegen, gevolgd door het verbeteren van de fitheid en gezondheid en ter ontspanning. Met name plezier wordt in andere EU-landen veel minder vaak genoemd.
- Zowel in Nederland als in de rest van de EU is ‘geen tijd’ de belangrijkste reden om niet te sporten.
- Nederlanders zitten veel, gemiddeld 8,7 uur per dag.
- Bekijk factsheet Sport en bewegen in Nederland en de Europese Unie (2009, 2013 en 2017).
- Bekijk de meest recente Eurobarometer sport and physical activity (472, 2017).
Hoeveel bewegen Nederlanders?
Ruim de helft van de mensen sport wekelijks Van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder verrichtte 82 procent in 2019 voldoende bot- en spierversterkende oefeningen, 54 procent voldeed aan het onderdeel matig intensieve inspanning per week, en 54 procent gaf aan wekelijks te sporten.
Welke leeftijdsgroep sport het meest?
Huidige situatie –
- 53% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder voldoet aan de beweegrichtlijnen.
- 18 tot 34-jarigen bewegen het meest.
- Hoe ouder mensen zijn, hoe minder ze bewegen.
- Meer dan de helft van de kinderen tot 12 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen.
- 40% van de 12- tot 18-jarigen voldoet aan de beweegrichtlijnen.
Bekijk meer cijfers over de huidige situatie op Volksgezondheidenzorg. info en sportenbewegenincijfers. nl. Door de beperkende coronamaatregelen is er een verandering in beweeggedrag te zien. Mensen gingen minder vaak naar de sportvereniging of sportschool, maar besteedden meer tijd aan individueel sporten en activiteiten zoals wandelen, fietsen en hardlopen.
Hoe fit is de gemiddelde Nederlander?
Mannen in Nederland bewegen wekelijks gemiddeld 15,2 uur – Nederlandse mannen spannen de kroon: naar eigen zeggen bewegen die gemiddeld 15,2 uur in een normale week. Braziliaanse en Japanse mannen bewegen gemiddeld de minste tijd per week, namelijk tussen de 3 en 4 uur.
- Zin om na het lezen van dit artikel je titel als fitte bewoner te vieren en misschien wel te bewijzen? Metro somt de mooiste fietsroutes voor je op in ons land , waarmee je het komende weekend wel even zoet bent;
Reageer op artikel: Nederlanders zijn de fitste mensen van de wereld: dit is waarom.
Wat is het sportiefste land van de wereld?
De resultaten zijn binnen: Australië is het sportiefste land ter wereld! – Met een plaats in de top 10 voor topsportprestaties en een van de hoogste participatiegraden in recreatieve lichaamsbeweging, komt Australië naar voren als het sportiefste land ter wereld. Zowel Australiërs als Nieuw-Zeelanders zijn fysiek erg actief, met een deelname aan sport en actieve recreatie van meer dan 75%. Australië stond ook op de 12e plaats voor Olympische prestaties, met een totaal van 512 medailles (inclusief 152 gouden), en brak in 2012 records voor de men’s 50km walk en de women’s 100m hur dle. Als het gaat om hun topsportsucces, is Australië vorig jaar twee plaatsen gestegen in de wereldranglijst van topsportsuccessen en eindigde op de 6e plaats met een totaal van 684.
701 punten. Op de voet gevolgd in de definitieve lijst is de VS, die op de eerste plaats in de wereld staat voor zowel Olympische prestaties als topsportsucces. Met in totaal 2. 828 medailles, waarvan 1. 127 goud, en maar liefst 12 wereldrecords, blaast dit land alle andere concurrentie echt uit het water.
Als het echter gaat om het regelmatig beoefenen van sport en actieve recreatie, schieten Amerikaanse burgers tekort – op de 24e plaats met een participatiegraad van 51,5%. Het Verenigd Koninkrijk staat op de derde plaats in onze lijst, dankzij zijn indrukwekkende positie in Olympische en topsportranglijsten.
Wat als je te weinig beweegt?
In de praktijk – Eva gaat met de trein naar het werk. Ze fietst tien minuten naar het station en loopt vanaf het station in vijf minuten naar kantoor. In de pauze maakt Eva een lunchwandeling, maar verder vergadert ze de hele dag. Op de fietstocht terug vanaf het station fietst ze nog even langs de supermarkt. De norm voor mensen die niet genoeg bewegen is als volgt:
- Jongeren (14-17 jaar): onvoldoende actief (minstens zestig minuten matig intensief lichamelijk actief) op meer dan twee dagen per week.
- Volwassenen (18 jaar en ouder): geen enkele dag per week voldoende actief (minstens dertig minuten matig intensief lichamelijk actief).
Wat is te veel sporten?
Gevolgen van teveel sporten – Sta jij zo’n vier of vijf keer per week in de sportschool? Lees dan even verder, want dit kan gevaarlijk zijn. De gevolgen van te veel sporten lopen uiteen en zijn erg persoonlijk. Het ene lichaam kan natuurlijk meer aan dan het andere.
- /p> Een gevolg van te veel sporten is het risico op beschadigde botten;
- Door het sporten krijg je een grotere hoeveelheid cortisol in je lichaam;
- Deze stof reguleert processen in het lichaam zoals het metabolisme en het immuunrespons;
Wanneer er teveel van deze stof aanwezig is, wordt er meer botweefsel afgebroken. Dit vergroot de kans op blessures door scheurtjes in de spieren en botten. Een ander gevolg, die alleen geldt voor vrouwen, is een verminderde kans om zwanger te worden. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die minimaal vijf uur per week sporten, 42% minder kans hebben om zwanger te worden.
Hoeveel uur per week sporten?
Bewegen is goed, meer bewegen is beter – De beweegrichtlijnen geven aan hoeveel je minimaal moet bewegen. De positieve effecten van bewegen werken volgens een continuüm, een stijgende lijn. Meer beweging is dus altijd beter! Of dit nu vaker, langer, of intensiever is.
- Een advies dat voor iedereen geldt, ongeacht leeftijd, is om minder te zitten;
- Veel en langdurig zitten lijkt namelijk negatieve gezondheidseffecten te hebben;
- Deze effecten worden minder zwaar naarmate je meer beweegt, maar je moet heel veel boven het minimum bewegen als je de effecten echt teniet wilt doen;
Daarom adviseren de beweegrichtlijnen om je bewust te zijn van je zitgedrag en stilzitten te verminderen of te minimaliseren.
Is wandelen voldoende beweging?
Om voldoende te bewegen voor je gezondheid, hoef je niet helemaal buiten adem te raken. Een activiteit telt mee als bewegen als je wel iets sneller gaat ademhalen en voelt dat je hart iets sneller gaat kloppen. Bijvoorbeeld als je stevig aan het wandelen of fietsen bent. Volgens de Beweegrichtlijnen die in 2017 zijn opgesteld, dien je als volwassene minstens 150 minuten per week aan matige of zwaar intensieve inspanning te doen. Ook voor kinderen zijn er adviezen. Lees hoe je aan de beweegrichtlijnen kunt voldoen. Met deze 7 tips gaat bewegen bijna vanzelf:.
Hoe vaak gaan mensen gemiddeld naar de sportschool?
Enkele bevindingen uit het rapport: –
- In 2019 hebben 10,2 miljoen Nederlanders gedurende een maand of langer minimaal één keer per week gesport. Dit is ongeveer 65 procent van de Nederlandse bevolking van vijf tot en met tachtig jaar. Het aantal sporters en de sportfrequentie is na een flinke stijging tussen 2013 en 2017 gestabiliseerd. Nederland sportte in 2019 gemiddeld 9,0 keer per maand.
- In 2019 waren 4. 270. 000 leden lid bij één of meerdere bij NOC*NSF aangesloten sportbonden. Een lid kan meerdere lidmaatschappen hebben, bijvoorbeeld bij meerdere bonden of bij dezelfde bond. De 4,3 miljoen unieke leden hadden in 2019 samen een totaal van 5,1 miljoen lidmaatschappen bij de sportbonden aangesloten bij NOC*NSF.
- Het aantal sporters is ruim twee keer zo hoog als het aantal leden. Dat betekent dat het marktaandeel van de sportbonden in 2019 iets minder was dan vijftig procent. Door de jaren heen neemt het percentage leden minimaal af, terwijl het percentage sportdeelname stijgt.
- Ongeveer één op de vijf sporters komt uit de categorie jeugd (vijf tot en met achttien jaar). Dat terwijl één derde van de leden in die categorie valt. Dit betekent dat jeugd meer in verenigingsverband sport dan volwassenen (negentien tot en met tachtig jaar).
- Van 2013 tot 2017 is er, vooral onder volwassenen vanaf negentien jaar, een sterke stijging in sportdeelname te zien. Sinds 2017 is de sportdeelname gestabiliseerd. Voor de jeugd tot en met achttien jaar geldt een kleine schommeling. Met name binnen de leeftijdscategorie dertien tot en met achttien jaar is in 2019 een lichte daling te zien van twee procent.
- Binnen de leeftijdscategorie vijf tot en met negen jaar zijn de meeste sporters actief. Het aantal verenigingsleden daarentegen, ligt het hoogst in de categorie tien tot en met veertien jaar. Daarna volgt een sterke daling. Tussen de vijfentwintig en zeventig blijft het ledenpercentage stabiel. De trend voor zowel het aantal leden als het aantal sporters vertoont gelijkenissen met 2013.
- Er is per leeftijdscategorie weinig verschil tussen vrouwelijke en mannelijke sporters zichtbaar. Vanaf vijf tot en met negen jaar ontstaat er wel een groot verschil tussen mannelijke en vrouwelijke leden. Vanaf twintig tot en met vierentwintig jaar is nog negentien procent van de vrouwen lid bij een sportbond, terwijl vierendertig procent van de mannen een lidmaatschap heeft.
- Het aantal sporters met een hoog opleidingsniveau ligt hoger dan het aantal sporters met een midden- of laag opleidingsniveau. Sinds 2017 is het aantal sporters met een midden- en hoog opleidingsniveau stabiel gebleven. Het percentage sporters met een laag opleidingsniveau is echter, na een kleine stijging in 2018, met twee procent gedaald.
- Gemiddeld sporten Nederlanders met een laag inkomen minder dan Nederlanders met een midden- of hoog inkomen. Tussen 2013 en 2017 werd dit verschil duidelijk minder. Sinds 2017 zijn de cijfers nagenoeg stabiel.
Hoeveel mensen kunnen niet sporten?
Sinds de maatregelen rondom het coronavirus zijn wekelijks 1,7 miljoen Nederlanders minder gaan sporten. Waar in maart 2019 wekelijks nog 10,4 miljoen Nederlanders aan sport deden, is dat nu gedaald tot 8,7 miljoen. De grootste daling vindt plaats bij kinderen.
- Dit blijkt uit aanvullend onderzoek op ‘Zo sport Nederland’ uitgevoerd door Ipsos in opdracht van NOC*NSF;
- Terugloop sporten Het aantal Nederlanders dat wekelijks sport stijgt al jaren, maar de cijfers die we nu zien, zijn de afgelopen zes jaar in maart nog nooit zo laag geweest;
En dat is niet goed. Voldoende sporten en bewegen maakt iedereen en zéker ook kinderen weerbaarder. Van alle Nederlanders lijden kinderen het meest onder de coronamaatregelen. Het aantal kinderen tussen de zes en twaalf jaar dat wekelijks heeft gesport in maart 2020 is van ruim 1,3 miljoen teruggegaan naar 800.
000 (maart 2019), dat betekent een daling van 35 procent. We zijn blij dat de jeugd weer naar de sportclub mag Ook de jeugd van dertien tot en met achttien jaar heeft de afgelopen maand beduidend minder vaak gesport in vergelijking tot volwassenen en ouderen.
Bij deze doelgroep daalde het percentage met dertien procent. De groep jongvolwassenen (negentien tot en met dertig jaar) zijn het meest stabiel gebleven. De wekelijkse sportdeelname daalde bij deze doelgroep met drie procent. “Dit onderzoek toont aan dat de coronamaatregelen er bij de jeugd goed hebben ingehakt”, zegt algemeen directeur Gerard Dielessen van NOC*NSF.
“Kinderen bewegen al jaren steeds minder, motorische vaardigheden nemen af en overgewicht neemt toe. Het is daarom extra belangrijk dat kinderen de mogelijkheid hebben om hun sport uit te oefenen. We zijn dan ook blij dat de jeugd vanaf vandaag weer naar de voor hun zo belangrijke en vertrouwde sportclub mag.
Naast het vele plezier dat hierdoor zal ontstaan maken we met sporten en bewegen Nederland ook sterker.
Hoeveel mensen sporten er in Nederland 2021?
Laagste sportdeelname in zes jaar – NOC*NSF laat maandelijks de sportdeelname in Nederland peilen onder een representatieve groep Nederlanders in de leeftijd van 5 tot 80 jaar. Dat gebeurt sinds 2021 door Kantar en daarvoor door GfK. De Sportdeelname Index laat zien dat in het voorjaar van 2020 het percentage mensen dat wekelijks sport flink was gedaald naar 55% .
Van juli tot oktober, toen de maatregelen soepeler waren, nam het percentage sportdeelname toe. In november en december, tijdens de nieuwe lockdown, daalde de sportdeelname weer naar 58% van de Nederlanders.
In februari 2021 sportten 8,5 miljoen Nederlanders wekelijks, ten opzichte van 10,4 miljoen mensen in maart 2019 . In november 2021 sportten 8,8 miljoen Nederlanders wekelijks . Deze percentages zijn de laagste aantallen in de afgelopen zes jaar. Bron: NOC*NCF.
Hoeveel topsporters zijn er in Nederland?
door: Babette Dessing | 18 juni 2009 Nederland kent 4. 600 actieve beroepssporters. Dit blijkt uit een onderzoek dat het W. Mulier Instituut in opdracht van de Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS) heeft uitgevoerd. Het onderzoek maakt deel uit van een onderzoeksrapport dat de WOS het afgelopen jaar heeft uitgevoerd naar de arbeidsverhoudingen van beroepsporters in Nederland.
- Doel van het rapport is om de arbeidsverhoudingen van deze sporters te verbeteren;
- De uitkomsten van het rapport worden op 25 juni gepresenteerd;
- Het is voor het eerst dat er onderzoek in Nederland is gedaan naar het aantal actieve sporters die geheel of gedeeltelijk van de sport kunnen leven;
Volgens Eric Lankers, projectleider onderzoek van de WOS, was het hoog tijd om deze doelgroep in kaart te brengen. “Voor het merendeel van de topsporters in Nederland was sporten tot voor kort geen middel van bestaan. Nu blijkt dat er 4. 600 beroepsporters zijn, geeft dit juist een bevestiging van onze gedachte dat we voor deze groep de arbeidsverhouding ook helder en goed moeten regelen.
” Goede schatting van aantal beroepssporters was lastig Het onderzoek werd door het W. Mulier Instituut onder leiding van hoogleraar Sportontwikkeling prof. dr. Maarten van Bottenburg uitgevoerd. Volgens de onderzoekers was het lastig om te komen tot een precies aantal beroepssporters dat hun geld verdient aan hun sportbeoefening, omdat sporters hun inkomsten op verschillende manieren verzamelen.
“Daarom hebben de onderzoekers ruim 20 sporttakken onderzocht en contact opgenomen met experts van sportbonden. De selectie van deze sporttakken heeft plaatsgevonden op basis van de grootte van de sportbond (het aantal leden) en de mate van professionalisering en commercialisering van de sporttak”, legt Lankers uit.
Tot de 4. 600 beroepsporters behoren onder meer ruim duizend betaald voetbalspelers en ongeveer 300 topsporters met een A- of HP-status die een stipendiumuitkering ontvangen van het Fonds voor de Topsporter.
De overige beroepsporters zijn voornamelijk actief in het basketbal, tennis, wielrennen, schaatsen en hockey. Roep om betere arbeidsverhoudingen Het onderzoek naar actieve beroepsporters maakt deel uit van een onderzoeksrapport dat de huidige arbeidsverhoudingen van Nederlandse topsporters in kaart brengt.
- Dit onderzoek werd gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en zal aanbevelingen en een visie geven die kunnen leiden tot een structurele verbetering van de arbeidsverhoudingen en rechtspositie van topsporters;
Dat is volgens Lankers zeker nodig: “We hebben in Nederland nogal wat leemtes als het gaat om hoe we de arbeidsverhoudingen van beroepssporters hebben geregeld. ” In Nederland bestaan voor de meeste beroepsgroepen afspraken over arbeidsbescherming, sociale zekerheidsvoorzieningen, salariszekerheden en gezondheids- en veiligheidsmaatregelen.
Dergelijke afspraken zijn er in de sportsector ook voor bijvoorbeeld de bureaumedewerkers, bondscoaches en technisch directeuren bij sportbonden en voor beroepsvoetballers. Opvallend genoeg blijven de andere beroepssporters in Nederland achter en zijn de arbeidsverhoudingen voor hen nog niet goed geregeld.
“De cijfers van Maarten van Bottenburg en het W. Mulier Instituut geven echter aan er intussen een behoorlijke groep is ontstaan waarvoor de sportbeoefening een geheel of gedeeltelijk middel van bestaan is. Dan horen ook voor deze groep de arbeidsverhoudingen op een fatsoenlijke manier geregeld te worden”, stelt Lankers.
Toewerken naar professioneel topsportklimaat De uitkomsten van het onderzoeksrapport moeten zowel de positie van de Nederlandse beroepssporters versterken als Nederland als topsportland. Lankers vervolgt: “Nederland wil toewerken naar een professioneel topsportklimaat.
Helder en evenwichtig geregelde arbeidsverhoudingen horen daar, naar onze opvatting, ook bij. Goede arbeidsverhoudingen zorgen immers voor rust in de sportsector. Daardoor hoeft de topsporter zich alleen maar te richten op datgene waarin hij goed is: het leveren van uitstekende sportprestaties.
” Hoewel de resultaten van het deelonderzoek over het aantal actieve sporters al op 28 mei openbaar werden gemaakt, kan Lankers over de uitkomsten van het onderzoeksrapport nog geen uitspraak doen. Het onderzoeksrapport wordt 25 juni in het Internationaal Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag overhandigd aan een vertegenwoordiger van het Ministerie van VWS.
Rondom de presentatie van het rapport is een strategiemeeting georganiseerd waarbij onder andere Yves Kummer (voorzitter van NL Sporter) en Maurits Hendriks (technisch directeur NOC*NSF) een reactie geven op de belangrijkste resultaten van het verslag.